Taaladvies: Mensen met afstand

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of werkgevers?

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt?

Als het gaat over werkzoekenden, wordt regelmatig gesproken over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit gebeurt bij media, beleidstaal en in uitingen van werkgevers en de overheid. Het is meestal niet verkeerd bedoeld, maar inhoudelijk en taalkundig is het eigenlijk een hele rare en stigmatiserende term. Want waarom hebben we het op deze krappe arbeidsmarkt niet over werkgevers met een afstand tot de arbeidsmarkt? Het is maar net vanaf welke ‘oever’ je kijkt. Alleen kun je geen ‘afstand’ vormen.

Bedoel je werkzoekenden?

Taaldilemma: Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt?

Zelf kom ik de term mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt regelmatig tegen doordat ik als tekstschrijver en moderne dichter vanuit mijn specialisme op de arbeidsmarkt regelmatig schrijf over werkzoekenden. Want ja, die zijn er nog steeds! Ongeveer een miljoen mensen heeft nog altijd geen betaald werk, terwijl de meesten dat wel heel graag willen. Het gaat dan ook al snel over diversiteit en ‘inclusiviteit’. Schrijvend hierover kreeg ik als dichter zelfs de titel Onbeperkt Dichter.

In mijn schrijvende rollen loop ik al snel tegen de term aan, bijvoorbeeld in interviews en tijdens research. Schrijvend kijk ik dan altijd wat voor mij de beste en meest relevante term is, in de betreffende situatie. Heel vaak gaat het eigenlijk gewoon over: werkzoekenden. En eigenlijk ook over werkgevers die personeel zoeken en hen nu nog geen werk geven. En dus over de afstand tussen die werkgever en de werkzoekende. En andersom.

Alternatieven voor ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’

Je kunt als tekstschrijver natuurlijk zelf ook heel gemakkelijk wat ‘afstand’ nemen van de nogal suggestieve en subjectief geladen term. Bijvoorbeeld door aanhalingstekens te zetten rond ‘mensen met een afstand’. Maar dat is vaak ook wel iets té gemakkelijk. Er wordt ook al lange tijd gezocht naar synoniemen die beter volstaan. De maatschappelijk ontwikkelaar Start Foundation ging zelfs alternatieven verzamelen. Met in de oogst termen als ‘kansenburgers’, ‘ongezien talent’, ‘onderschat potentieel’ en … werkzoekenden!

Maar je kunt je afvragen of een ‘label’ bij voorbaat niet ongewenst stigmatiserend werkt. In interviews vraag ik mensen die veel bezig zijn met de arbeidsmarkt ook regelmatig naar de omschrijving die hun voorkeur heeft. Want soms ontkom je er niet aan dat je de situatie moet beschrijven dat een werkzoekende en een werkgever elkaar nog niet vinden, terwijl dat best goed zou kunnen. Dan moet er ‘iets’ gebeuren waardoor ze elkaar vinden. Iemand van een werkleerbedrijf die ik laatst interviewde, opteerde voor de term: ‘werkzoekenden met een ondersteuningsvraag’.

Afstand tot wat?

Omdat iemand alleen geen afstand kan vormen, gaat het altijd over de afstand tot iets anders. Zo kan een werkgever of de arbeidsmarkt ook afstand hebben tot mensen. Of er is sprake van een afstand tot het overtuigen van een recruiter, zoals vakmedium Werf& het noemt in een artikel over open hiring.

Hoogleraar en arbeidsmarktprofessor Ton Wilthagen spreek ik regelmatig. Dat zijn altijd mooie gesprekken. Hij plaatst ook een kanttekening aangezien iedereen wel een bepaalde afstand heeft. De term ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ moeten we volgens hem ook zeker niet klakkeloos hanteren. “Want je kan ook aan de andere kant beginnen en zeggen dat de arbeidsmarkt behoorlijk wat afstand heeft tot de mensen. Je zou het zo kunnen omschrijven: mensen met een beperking zijn alle mensen die op dit moment geen toegang hebben tot zinvolle en betaalde arbeid. Terwijl ze dat wel zouden willen en kunnen”, aldus Wilthagen bij HUMAN.

Wat zeg jij voortaan?

Zoals je altijd bewust moet omgaan met de (onbewuste) lading van woorden, geldt dat zeker in dit geval. Als je iets zegt of schrijft over de arbeidsmarkt zou ik zeker de term ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ niet klakkeloos hanteren. Kijk eerst welke woorden in je omschrijving (en de context van de situatie) passen. Denk daar even bewust over na.

En nog een tip: pas op om mensen (of dieren of planten) te identificeren met een eigenschap. Iemand kan bijvoorbeeld een beperking hebben, maar IS daarmee nog niet beperkt of ‘gehandicapt’. En dan is iemand niet een ‘ADHD’er’ maar heeft iemand ADHD. Hier lees je meer handige tips over inclusief schrijven. Daarin valt nog veel te winnen.